Op vrijdag 9 april werd de wet die recht geeft op klein verlet voor vaccinatie gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
1. Wat houdt klein verlet voor vaccinatie in?
Het recht op klein verlet houdt in dat de werknemer die zich tijdens de werkuren laat vaccineren tegen het coronavirus, zonder loonverlies van het werk afwezig mag zijn gedurende de periode die nodig is voor de vaccinatie.
2. Voor wie geldt deze wet?
De wet is van toepassing op alle werknemers en werkgevers die verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst. Contractuele personeelsleden van de lokale overheden vallen dus onder de wet, statutaire personeelsleden, vrijwilligers en stagairs echter niet.
Om deze regeling ook toe te passen voor statutaire personeelsleden, moet deze ingeschreven worden in de lokale rechtspositieregeling.
3. Hoe lang duurt het klein verlet?
De werknemer heeft recht op klein verlet voor de tijd die nodig is om zich te laten vaccineren. Dit omvat zowel verplaatsingstijd van en naar de vaccinatielocatie, als de tijd doorgebracht op de locatie zelf. Indien de verschillende inentingen van de werknemer telkens plaatsvinden tijdens de werkuren, wordt het recht op klein verlet toegekend voor elke vereiste injectie.
4. Hoe doet de werknemer beroep op zijn recht op klein verlet?
De werknemer moet eerst en vooral voldoen aan de voorwaarden: de vaccinatie tegen COVID-19 moet plaatsvinden tijdens de werkuren. Indien de vaccinatie plaatsvindt tijdens dagen van inhaalrust of dagen waarop niet gewerkt wordt (zoals weekenddagen in een klassiek regime), heeft de werknemer geen recht op klein verlet voor vaccinatie.
Daarnaast moet de werknemer de werkgever op voorhand verwittigen, idealiter van zodra hij de datum kent.
De werknemer mag het recht op klein verlet enkel gebruiken voor de tijd nodig om zich laten vaccineren tegen het COVID-19 virus, zoals hierboven toegelicht. Indien de werknemer zijn recht op klein verlet voor een ander doel gebruikt, dan kan hem het loon worden ontzegd voor de uren van ongerechtvaardigde afwezigheid.
De werknemer is uiteraard niet verplicht om zijn recht op klein verlet in te roepen en kan voor de (halve) dag van de vaccinatie een (halve) dag vakantieverlof opnemen. In dat geval gelden de regels rond het klein verlet voor vaccinatie uiteraard niet.
Als de werknemer keuze heeft uit verschillende momenten voor vaccinatie, mag de werkgever in geen enkele vorm druk uitoefenen om een moment buiten de werkuren te kiezen.
5. Moet de werknemer bewijs voorleggen en hoe moet de werkgever met dat bewijs omgaan?
De werknemer moet dit enkel bewijzen wanneer de werkgever dit vraagt. Dit gebeurt door het document te tonen dat de afspraak bevestigt om op een bepaald tijdstip aanwezig te zijn op de plaats waar de vaccinatie wordt toegediend. Als de afspraakbevestiging deze gegevens niet vermeldt, moet de uitnodiging tot vaccinatie te worden voorgelegd aan de werkgever.
Deze documenten zijn het enige bewijsmateriaal dat de werkgever mag vragen. De werkgever mag dus niet verlangen dat de werknemer zijn fysieke aanwezigheid in het vaccinatiecentrum bewijst.
De werkgever mag deze documenten op geen enkele manier vastleggen (kopiëren, overschrijven...), behalve het tijdstip van de afspraak. Een bewijs vragen via e-mail kan zodoende niet.
De werkgever mag de informatie uit deze documenten alleen gebruiken met het oog op de organisatie van het werk en het verzorgen van de loonadministratie. De afwezigheid van de werknemer mag enkel geregistreerd worden als "klein verlet": omwille van bescherming van de privacy mag de werkgever de reden van het klein verlet niet vermelden, noch op enige wijze registreren dat de werknemer mogelijks gezondheidsproblemen heeft.
6. Hoe wordt het loon voor de afwezige uren berekend?
Het vaccinatieverlof wordt gelijkgesteld met een klein verlet, zoals geregeld in het kader van artikel 30, § 1 van de Arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978. Het loon voor de uren van afwezigheid wordt dus berekend zoals voor een feestdag.
7. Wat als de werknemer ziek wordt na de vaccinatie?
Het recht op klein verlet heeft betrekking op de vaccinatie zelf. Indien de werknemer ten gevolge van de vaccinatie ziek zou worden, dan gelden de gewone regels inzake arbeidsongeschiktheid en gewaarborgd loon.
8. Hoe lang geldt de regeling van deze wet?
Het recht op klein verlet voor vaccinatie tegen het COVID-19-virus geldt tot en met 31 december 2021 (m.a.w. tot het einde van dit jaar). Indien de omstandigheden het vereisen, kan deze regeling bij koninklijk besluit eventueel worden verlengd tot maximaal 30 juni 2022.
9. Wat met statutair personeel?
Zoals gezegd omvat deze wet enkel werknemers gebonden aan een arbeidsovereenkomst. Alle bovenstaande regelgeving kan echter dienen als inspiratie om een gelijkaardige maatregel in te schrijven in de lokale rechtspositieregeling.
Nog geen HRMConnect-abonnee? Wenst u ook toegang tot een kennisdatabank vol relevante publicaties? Neem contact op met ons voor verdere vrijblijvende informatie of een demonstratie ter plaatse: info@hrmconnect.be of 050 642 818.